Koeling wint aan invloed
Moderne kantoorgebouwen beschikken over een zeer goede isolatie, waardoor energie bespaart wordt en daardoor de bedrijfs(exploitatie)kosten. Dit veroorzaakt echter ook een groot nadeel. De interne warmte welke ontstaat door verlichting, mensen, apparatuur en door externe warmtetoevoer (zonnewarmte) blijven in het gebouw en zullen in vele gevallen afgevoerd (gekoeld) moeten worden. Zelfs ’s nachts koelt een goed geïsoleerd gebouw weinig af.
“Stille en actieve” koeling.
Bij een “stille” koeling wordt uitsluitend gekoeld met het plafond, dus met uitsluitend stralingskoeling. Bij een “actieve” koeling wordt alleen zoveel lucht toegevoerd als nodig is voor de “verversing” t.b.v. personen, hierdoor ontstaan geen tochtverschijnselen in de ruimte. Dit in tegenstelling tot conventionele koelsystemen waarbij grote hoeveelheden lucht verplaatst worden t.b.v. de koeling. De hoofdkoeling vindt plaats door het plafond door middel van stralingskoeling. De toegevoegde lucht is nodig om aan de minimale luchtverversingseisen te voldoen (1,5 – 2 maal luchtverversing). Overigens zijn de klimaatplafonds van Frenger Systemen zo uitgevoerd dat een grotere verversingsfactor ook mogelijk is.
Koeling zonder tochtverschijnselen.
Ondanks de door ventilatie ondersteunde koeling doen zich geen tochtverschijnselen voor bij Frenger klimaatplafonds, dit door de geringe benodigde verversingslucht.
Vier in één.
De speciaal voor dit doel ontworpen klimaatplafonds van Frenger Systemen B.V. onderscheiden zich door hun weldoordachte en energiezuinige toepassing.
Plafonds van Frenger Systemen B.V. hebben 4 functies:
• stralingskoeling
• stralingsverwarming
• ventilatie
• geluidsabsorptie
Zij voldoen daarmee aan alle eisen voor een goed klimaatbeheer.
Overtuigend principe.
Bekijken we eerst de principewerking van het verwarmingsplafond \ koelplafond. \Watervoerende buizen tezamen met verschillende type plafondplaten vormen het verwarmings \ koelplafond. Door de niet geïsoleerde registerbuizen stroomt verwarmd of gekoeld water. In de winter compenseert het warme plafond de totale transmissie en fungeert tevens als na-verwarmer van de in te blazen ventilatielucht. Deze wordt daardoor tot op kamertemperatuur verwarmd.
In de zomer dekt het koelplafond het grootste deel van de voelbare koellast. De ventilatielucht koelt de latente koellast en een deel van de voelbare koellast. De luchthoeveelheid is daarbij aangepast aan het voorgeschreven ventilatie coëfficiënt. Water heeft als groot voordeel t.o.v. lucht een hogere warmtecapaciteitsdichtheid (800 maal groter dan lucht) en is daardoor als koelmedium veel beter geschikt. De capaciteit is afhankelijk van het verschil in temperatuur tussen het koelwater en de ruimtetemperatuur, van de stroming en van de afstand tussen de watervoerende buizen (register). Om een hogere efficiency te bewerkstelligen werken koelplafonds van Frenger Systemen b.v. met turbulente in plaats van laminaire waterstroming. Koelplafonds worden op een centrale koeleenheid aangesloten. De gemiddelde watertemperatuur is in het algemeen 15 tot 17°C. De dauwpunttemperatuur van de lucht mag daarbij niet overschreden worden. Bij verwarming van een voor koeling uitgelegd plafond kan volstaan worden met een relatief lage watertemperatuur.
Hoger rendement bij lage kosten
Plafondstralingsverwarming en plafondstralingskoeling van Frenger Systemen B.V. worden zorgvuldig ontwikkeld, geconstrueerd, afgebouwd en gemonteerd. Waardoor wij garant staat voor een lang onderhouds- en storingsvrije toepassing.